Naar Index

Afvalstof versus Flora en faunawet.

 

Jurisprudentie

 

Vz. Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, 3 juli 2006

 

Bij het bepalen van de begunstigingstermijn van een last onder dwangsom had het bevoegd gezag rekening moeten houden met het broedseizoen, op grond van de Flora- en faunawet.

 

Vindplaats
www.raadvanstate.nl, ABRvS 3 juli 2006, 200604062/1

Regelingen
Flora- en faunawet
Wet milieubeheer
Afvalstoffenverordening

Casus
Een agrariër heeft balen bermmaaisel en hooi op zijn weilanden gestort, in strijd met art. 10.1 van de Wet milieubeheer, zijn milieuvergunning en de Afvalstoffenverordening van de gemeente Waterland. De gemeente heeft een last onder dwangsom opgelegd met de bedoeling om het maaisel en het hooi op korte termijn te laten verwijderen via een erkende afvalstoffenverwerker.
De boer heeft verzocht om een voorlopige voorziening en brengt naar voren dat het niet mogelijk is om de last voor 2 juni uit te voeren, omdat dat de zeldzame weidevogels op het land tijdens het broedseizoen verstoort. Dat is in strijd met de Flora- en faunawet.

Rechtsvraag
Moet de gemeente bij het opleggen van een last onder dwangsom rekening houden met het broedseizoen van beschermde weidevogels?

Uitspraak
Ja. De Voorzitter schorst het besluit wat betreft de begunstigingstermijn en treft de voorlopige voorziening dat de begunstigingstermijn wordt gesteld op 31 juli. Dan is het broedseizoen van de vogels voorbij.

Commentaar auteur
Op het eerste gezicht lijkt dit een logische uitspraak, waaruit weer blijkt dat de Flora- en faunawet op allerlei momenten invloed kan hebben op de besluitvorming en planning. Toch ligt er een belangenafweging aan ten grondslag die wat complexer is.
Het bermmaaisel moet verwijderd worden via een erkende afvalstoffenverwerker omdat het verontreinigd is, en de bodem kan vervuilen. Nu het broedseizoen er aan in de weg staat dat het weiland op korte termijn geschoond wordt, blijft het maaisel twee maanden langer liggen. In die periode bestaat de kans op bodemverontreiniging. De Voorzitter heeft aan dit risico geen woord gewijd. Zou hij bij aanwezigheid van verontreinigd baggerslib of asbest dezelfde beslissing hebben genomen?

Aanvullend commentaar werkgroep
De rechter kan niet zomaar de kans op bodemverontreiniging bij het geschil betrekken als partijen dat argument niet aanvoeren. De uitspraak zou dan hetzelfde zijn als in dit geschil.